reflexintegratie


Het primaire doel van reflexintegratietherapie is om het zenuwstelsel te helpen functioneren op een hoger niveau van efficiëntie door primaire reflexen te integreren. Dit kan resulteren in verbeterde motorische coördinatie, betere sensorische verwerking, en verbeterde cognitieve en gedragsmatige functies.

Reflexintegratie, ook bekend als reflexintegratietherapie, is een therapeutische benadering die zich richt op het integreren van primaire reflexen. Primaire reflexen zijn automatische, onwillekeurige bewegingen die bij zuigelingen en jonge kinderen voorkomen. Ze zijn essentieel voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel en spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van motorische vaardigheden, sensorische verwerking, en cognitieve functies.

De primiaire reflexbewegingen ontstaan in de baarmoeder en helpen bij de ontwikkeling van de hersenen. De bewegingen leggen de patronen van neurale netwerken vast en zorgen voor myelinisatie van deze neurale routes. Deze netwerken zorgen voor de aansluiting van de verschillende gebieden in de hersenen die belangrijk zijn voor het leren, gedrag, communicatie, relaties en emotionele welzijn.

vast patroon en functie


De ontwikkeling van de mens verloopt via een vast patroon. Vanaf de conceptie maken we al automatische bewegingen, primaire reflexen. Deze zorgen voor de ontwikkeling van ons zenuwstelsel, dat verder nieuwe verbindingen legt bij elke beweging. Een goed ontwikkelt zenuwstelsel zorgt voor een goed functioneren.

Het zenuwstelsel is een netwerk in het lichaam dat bestaat uit zenuwbanen, die verder bestaan uit bundels zenuwvezels. Dit zijn belangrijke communicatiekanalen tussen de hersenen en de rest van het lichaam.

Dit stelsel zorgt voor de waarneming van inwendige en uitwendige prikkels. De registratie van de prikkel door onze zintuigen registreren veroorzaakt een reactie in de spieren en organen in de vorm van reflexen.

Daarnaast bestuurt het zenuwstelsel ook hogere functies zoals coördinatie, willekeurige activiteit, geheugen en psychische processen.

Elke primaire reflex heeft zijn eigen functie. De reflexen worden in een vaste volgorde actief en zorgen zo voor de ontwikkeling van een stukje zenuwstelsel. Als de ontwikkeling compleet is, wordt de reflex geïntegreerd en is er ruimte voor een volgende stap. Dit proces gaat vanzelf. Deze reflexen ontstaan, ontwikkelen en integreren.


Reflexintegratie wordt vaak toegepast bij kinderen en volwassenen met: 

  • ontwikkelingsstoornissen, zoals autisme en ADHD
  • leerproblemen, zoals dyslexie
  • motorische problemen, zoals dyspraxie
  • sensorische verwerkingsproblemen
  • angst

Heb jij een vermoeden van niet geïntegreerde basisreflexen?

De reflexen hebben hun werk gedaan als de onbewuste bewegingen gecontroleerd en bewust ingezet kunnen worden. Dan trekken de reflexen zich terug in de hersenstam. Zij worden niet meer actief tot op het moment waar nood is aan bescherming en/of overleving.
Het is van groot belang dat de reflexen hun werk kunnen doen omdat hierdoor het neurale netwerk van een kind gaat groeien en verbindingen maakt. Hierdoor leert het kind steeds beter bewegen en groeit het op emotioneel en cognitief gebied. Een goede breinontwikkeling is belangrijk voor het doen, voelen, durven, concentreren en leren van een kind.

wat als het niet vanzelf gaat?

Is het kind bv. geboren via een keizersnede, geboren na een snelle of een lange bevalling, geboren met de navelstreng om de hals, na de geboorte snel weggehaald bij de moeder, te vroeg geboren, na de geboorte de couveuse ingegaan? Was de zwangerschap stressvol? Werd het kind blootgesteld aan drugs of alcohol tijdens de zwangerschap?
Heeft het kind bij de geboorte de spildraai niet gemaakt, na de geboorte te weinig op de buik gelegen, slecht geslapen de eerste tijd, te weinig beweging gekregen omdat het veel in de Maxi-Cosi, het loopstoeltje of in de buggy heeft gezeten, een ongeluk gekregen waarbij het hard is gevallen? …

Deze gebeurtenissen kunnen van invloed zijn op het actief blijven van de reflexen. Dit beïnvloedt de gehele bewegingsontwikkeling van het kind waardoor belemmeringen kunnen ontstaan in motoriek, sociaal-emotioneel gedrag en leervermogen.

Ook op volwassen leeftijd kunnen primitieve reflexen nog steeds actief zijn. Dit uit zich dan vooral in angst om te spreken, angst in het algemeen, heel erge vermoeidheid, burn-out, moeilijkheden om een voldaan leven te leiden, moeilijkheden om een goede verbinding met anderen aan te gaan, … .

Als de primaire reflexen in de vorm van ongecontroleerde bewegingen actief blijven en niet ontwikkelen tot bewuste bewegingen kan dit invloed hebben op de motorische, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van het kind.

Kinderen met dyslexie, dyscalculie, ADHD, ASS, (motorische) ontwikkelingsvertraging, moeilijkheden met concentratie, hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid, angsten, faalangst, stress, slechte controle over de blaas, oogsamenwerkingsuitdagingen, onstabiele lichaamshouding… 

hebben vaak nog actieve primaire reflexen die het probleem versterken en mogelijk in stand houden.


Elke reflex heeft een connectie met een of meer onderdelen van het zintuiglijke informatieverwerkingssysteem: gehoor, voelen, smaak, zien, evenwicht en proprioceptie (‘aanvoelen’). Het komt daarom vaak voor dat moeilijkheden met het verwerken van deze zintuiglijke informatie (sensorische prikkels) een link heeft met de aanwezigheid van nog actieve reflexen.

Het is dus belangrijk dat deze primitieve reflexen geïntegreerd raken omdat:

  • ze de basis zijn voor ons zenuwstelsel en ons vermogen om te bewegen
  • ze afkomstig zijn uit de hersenstam. Dit deel van de hersenen is verantwoordelijk voor de overleving. Stress zorgt voor ervoor dat ons natuurlijk vlucht/vecht/bevries patroon wordt geactiveerd. Hierdoor krijgen we minder toegang tot de prefrontale cortex waar we kunnen verwerken en analyseren. In plaats daarvan blijven we in staat van overleving en stress.
    Naarmate we ouder worden, kunnen niet-geïntegreerde reflexen leiden tot de vlucht / vlucht reactie, zelfs wanneer er geen ‘logische’ reden is voor de stress. Dit patroon wordt in stand gehouden.
  • ze impact hebben op de coördinatie van het lichaam. Actieve primitieve reflexbewegingspatronen kunnen leiden tot lees- en schrijfproblemen, taal en spraak vertragingen, desorganisatie, friemelen, concentratie etc. Of ook niet voldoende controle over de blaas, ademhalingsproblemen, huidproblemen, oncontroleerbare drang naar zoet, lage spierspanning, spierzwakte, chronische pijn in het lichaam, slecht uithoudingsvermogen en vermoeidheid, ….

toegepaste methode

Er zijn verschillende methodes en benaderingen binnen reflexintegratietherapie.

In tabula rasa worden volgende gecombineerd:

  • Ritmische bewegingstherapie (RMT): methode die gebruik maakt van ritmische bewegingen om de integratie van reflexen te bevorderen.
  • Masgutova Neurosensorimotor Reflex Integration (MNRI): methode die zich richt op het verbeteren van de sensorimotorische en reflexmatige functies door specifieke oefeningen en technieken.


We testen de mogelijk nog actieve primitieve reflexen en stellen een behandelingsplan op.

Ik heb het vermoeden van niet-geïntegreerde reflexen.

unsplash